De kennis en ervaring die opgedaan zijn met het ontwerpen en bouwen van een Passiefhuis, wordt op deze website beschreven en met foto’s ondersteund.
De eerste stap was de zoektocht naar een geschikte bouwkavel voor het bouwen van een Passiefhuis. De belangrijkste eis is de ligging Noord-Zuid, waarbij de tuin op het Zuiden moet liggen. Zo creëer je optimale zoninval.
In de gemeente Selfkant lag in het dorpje Grosswehrhagen een grondstuk met vrij uitzicht op het Zuiden. De ligging is zeer landelijk maar toch dichtbij de stad (Sittard op 6 km).
De volgende stap was het zoeken naar een architect met voldoende kennis van het Passiefhuis. Met Rongen Architekten in Wassenberg was een klik! Zij zijn gespecialiseerd in het ontwerpen van Passiefhuizen zonder de architectonische aspecten uit het oog te verliezen.
Na een half jaar ontwerpen was op 18 oktober 2006 de grote dag: de bouw kon beginnen, de eerste schop ging de grond in.
Met een grote graafmachine werd bodem uitgegraven voor het leggen van de fundering. Het huis heeft geen kelder, dus dit was geen al te grote klus.
Na het uitgraven van de fundering werd een laag grof zand aangebracht als laag tussen de bodem en de betonnen fundering.
Na het verdichten van de laag grof zand werden de contouren van het huis zichtbaar inclusief het niveauverschil op de begane grond. Ter plaatse hebben we besloten om het huis 30 cm hoger te bouwen dan oorspronkelijk voorzien om er zeker van te zijn dat bij zware regenval geen water het huis binnen kan komen.
Na de laag van grof zand werd de betonnen fundering gestort. Omdat er geen kelder en kruipruimte aanwezig is, werd er in het beton de rioolafvoerbuizen en de de buis voor de aardwarmtewisselaar (Erdwärmetauser) aangebracht.
Op het fundament worden de binnenmuren van de benedenverdieping geplaatst. Deze muren bestaan uit gasbetonblokken van 30 cm dikte. Deze binnenmuurblokken vormen samen met de later aan te brengen mineralewol-platen, de belangrijkste elementen van de buitenmuur-isolatie.
De verwarming van het huis bestaat alleen uit een pelletkachel. Om de luchthuishouding van het huis niet te verstoren, wordt de lucht rechtstreeks van buiten aangezogen. Op de foto hieronder is linksonder de uitsparing te zien voor het aanbrengen van een toevoerleiding. Rechts is de schoorsteen te zien met een inspectieluik voor de schoorsteenveger.
Na een paar weken waren de muren van de benedenverdieping geplaatst en kon de bouw van de bovenverdieping beginnen. Hieronder is duidelijk de Zuidzijde van het huis te zien, waar muren plaats maken voor een glazen façade.
De verdiepingsvloer wordt voorzien van een grote hoeveelheid bewapening. Omdat de bovenverdieping deels uitsteekt t.o.v. de benedenverdieping, wordt dit gewicht grotendeels door de bewapening opgevangen. Ook zijn de potjes aangebracht voor de halogeenverlichting in de plafonds.
De bovenverdieping wordt net als beneden opgebouwd uit gasbetonblokken van 30 cm. Het balkon is nu ook gevormd, dat in de zomer zorgt voor veel schaduw aan de Zuidkant van het huis.
De dakbewapening is net als bij de verdiepingsvloer grondig aangepakt. De uitkragende vorm van het huis aan de bovenkant en de Zuidzijde komt hier duidelijk tot uitdrukking. Dit heeft een esthetische- en een praktische functie. Het huis oogt minder massief door de uitkragende vorm die tevens schaduw creëert.
Na het storten van het betonnen dak volgt de dakisolatie en de afwerking. De dakisolatie bestaat uit platen piepschuim van bijna 30 cm dikte. Deze platen zijn zo geproduceerd dat het regenwater vanzelf afloopt naar de regenwaterafvoerpijpen en er dus geen water op het dak blijft staan. Boven op de isolatie is het dakleer aangebracht dat tevens geschikt is voor het aanleggen van een groene dak.
Het huis krijgt zijn definitieve vorm. De grote raamoppervlakten op het Zuiden springen in het oog, waardoor de ‘Passieve’ energietoevoer van de zon optimaal benut wordt.
Voor het bereiken van de noodzakelijke isolatiewaarde van de massieve buitenwand wordt er naast de dikke gasbetonblokken extra isolatie aangebracht. Op maaiveldniveau zijn platen van piepschuimen aangebracht. Daarbij is van de binnenmuur naar de vloer een laag dakleer aangebracht om lekkage van water naar binnen te voorkomen. Tegen de isolatie is het gemetselde buitenblad aangebracht. De buitenmuur bestaat uit metselbakstenen van CRH Buggenum in BNF formaat (240X115X65), een witte handvorm steen.
Op ca. 1 meter boven het maaiveld bestaat de isolatie uit mineraalwol. Deze van Isover afkomstige isolatieplaten zijn zeer brandwerend en waterafstotend. Om de vereiste isolatiewaarde te halen, werd 15 cm isolatie toegepast.
Voor de mineraalwol-isolatie zijn platen van 10 cm in combinatie met platen van 5 cm verwerkt. Om te voorkomen dat er doorgaande kieren optreden, verspringen de platen zowel vertikaal als horizontaal. Voor het verankeren van het gemetselde buitenblad zijn spouwanker toegepast van 20 cm lengte. Gelukkig zijn deze ankers sinds kort in de handel en mogen ze (in Duitsland) worden toegepast.
De dragende delen van de buitenmuur bestaan uit gewapend beton i.p.v. gasbeton. Op die plaatsen wordt speciale isolatie aangebracht om de vereiste isolatiewaarde te halen. Hier is gekozen om naast de mineraalwol platen hardschuim (styropor) te verwerken.
Met het metselen van de schoorsteen is het hoogste punt van het huis bereikt.
Het gewicht van de bovenverdieping wordt gedragen door de zogenaamde ‘Fosten Riegel Konstruktion’, die bestaat uit metalen pilaren en horizontale regels. Voor het verdelen van het gewicht via de vloer is hier de fundering bijna 1 meter dik. Inmiddels wordt ook duidelijk hoe het zicht vanuit de woonkamer is.
Om het gewicht van de bovenverdieping te beperken, is het uitkragende gedeelte met hout bekleed. Dit geeft tevens een natuurlijke uitstraling aan het huis. Tegen de gasbetonnen binnenmuur is een laag plastic folie aangebracht. Vervolgens is een houten geraamte aangebracht voor de bevestiging van de isolatieplaten. Hierbij is veel aandacht besteed aan het vermijden van koudebruggen.
Om ook bij de houten façade de vereiste isolatiewaarde te bereiken zijn er 2 platen van 10 cm mineraalwol isolatie aangebracht. Over de isolatie is weer een laag plastic folie aangebracht en daarover de houten buitengevel. Het balkon krijgt nu ook zijn definitieve uiterlijk.
Door het leggen van de 15 cm dikke buis in de grond op ca. 1,5 meter diepte over een lengte van 45 meter wordt de temperatuur van de aangezogen lucht beïnvloed (Erdwärmetauscher). In de winter wordt de lucht opgewarmd doordat er warmte uit de grond te gehaald. In de zomer wordt de lucht afgekoeld door warmte uit de lucht te onttrekken. De grond heeft namelijk een constante temeratuur van ca. 12 °C. In de winter wordt hierdoor de aangezogen buitenlucht enkele graden opgewarmd en in de zomer enkele graden afgekoeld. Dit heeft met name in de winter het grote voordeel dat er minder bijverwarming nodig is. De aanzuigopening is op de foto nog met een oranje deksel afgedicht, maar wordt later voorzien van een 1,5 meter hoge U-vormige buis.
Cruciaal in het hele concept is dat de ‘passieve’ energie van de zon het huis binnendringt. Hiervoor is het huis voorzien van een grote glasfaçade op het Zuiden en in mindere mate op het Oosten en Westen. Het huis heeft aan de Noordzijde slecht 1 raam om zoveel mogelijk de kou uit het Noorden te weren. Om de energie van de zon wel binnen te laten en te voorkomen dat de energie ook weer via het glas naar buiten gaat, dient het hele huis van 3-voudig glas te worden voorzien. In de ruimte tussen het glas is tevens een edelgas aanwezig om een zo optimaal mogelijk resultaat te bereiken. Tevens dienen de ramen en deuren perfect te sluiten om elke lekkage van buitenlucht te voorkomen. De kozijnen bestaan uit hout omdat dit een prima isolator is.
Bij het plaatsen van de ramen en deuren worden kieren voorkomen door nauwgezet purschuim aan te brengen. De isolatie is bekleed met hout met rubberen afdichting om te voorkomen dat (regen)water de mineraalwol isolatie binnen kan dringen.
Op het moment dat alle ramen en deuren geplaatst zijn, kan het huis getest worden op de lekdichtheid. Dit wordt gedaan met de ‘Blower-Door Meting’. Hierbij wordt met behulp van een ventilator onder- en overdruk in het huis gecreëerd. Een computer berekent dan de hoeveelheid lucht die via gaten en kieren het huis ongehinderd kan binnenkomen of verlaten. Bij een Passiefhuis mag de lekkage niet meer zijn dan 0,6 maal het nettovolume van het huis. Onze meting gaf een waarde van 0,09 aan, een geweldig resultaat!
Voor de luchthuishouding zijn er in het hele huis toe- en afvoer luchtkanalen aangebracht. Om zo min mogelijk warmte te verliezen (in de koude periode van het jaar) wordt de warmte van de afgezogen lucht in een warmtewisselaar afgegeven aan de aangezogen verse buitenlucht. Omdat deze combinatie ervoor zorgt dat ca. 90 % van de warmte in huis blijft, hoeft nog maar weinig bijgestookt te worden. Voor de zomerperiode is een by-pass aanwezig in de warmtewisselaar, om te voorkomen dat de warmte in het huis blijft.
Naast de luchtkanalen (zwart) zijn ook de waterleidingen (rood) geïnstalleerd, die samen met de al aanwezige stroomkabels ervoor zorgen dat er een ware landkaart is ontstaan. Alle leidingen worden in de vloer verwerkt. Eerst worden ze op een laag piepschuim gelegd en opnieuw bedekt met een laag piepschuim. Daarop is de betonnen afwerkvloer gestort, die als ondergrond dient voor de keramische vloertegels.
Alle luchtkanalen, waterleidingen en stroomkabels komen samen in de technische ruimte. In deze ruimte staat een warmtepomp (links) voor de warmwater voorziening. Deze warmtepomp haalt de benodigde warmte voor het verwarmen van het water uit de lucht. De warmtepomp zorgt ervoor dat de warmte uit de lucht wordt overgedragen aan het water, waarbij koude lucht wordt uitgeblazen.
In de technische ruimte is de warmtewisselaar (rechts) te zien met de toevoer- en afvoerkanalen. In deze wisselaar zijn 2 ventilatoren aanwezig die continu de lucht in het huis verversen. Normaal is de wisselaar ingesteld op een waarde van 150 m3/h, zodat de lucht in het huis ca. 5 maal per dag geheel ververst wordt. Indien noodzakelijk is het mogelijk de wisselaar in te stellen op maximaal 300 m3/h.
Omdat ook een Passiefhuis warmte kwijtraakt, is bijverwarmen noodzakelijk. Hierbij is gekozen voor een ‘Pelletkachel’ van Wodtke. In deze ‘Pelletkachel’ worden houtpellets vanuit een voorraadkamer automatisch aangevoerd in de vuurkorf en verbrand. De ontsteking is geheel automatisch en de aansturing wordt door een kamerthermostaat geregeld.
De houtpellets die verstookt worden bestaan uit samengeperst zaagsel dat in de houtverwerkende industrie als afvalmateriaal vrij komt. Door het verstoken van hout is het niet nodig om fossiele brandstoffen zoals aardgas en olie te verbranden.
Op het platte dak zijn 18 zonnepanelen geplaatst voor het opwekken van elektriciteit. De totale capaciteit is iets meer dan 3 kWp. Op jaarbasis wordt hiemee ca. 2800 kWh opgewekt. De cellen zijn bevestigd aan een soort badkuipen gevuld met kiezel.